Over exact drie jaar voeren dertig tot veertig grote steden een zero-emissiezone in. Dat betekent dat specialisten in stadsdistributie hun wagenpark deels of geheel moeten elektrificeren. En dat is nog niet voldoende. Vanwege de beperkte actieradius van elektrische voertuigen zullen ze extra logistieke hubs moeten openen, maar waar?
Steeds meer distributeurs investeren in elektrificatie van hun wagenpark. Een voorbeeld is TSN Groen, dat grote consumentenproducten zoals banken en bedden bezorgt aan huis. Met de 60 elektrische voertuigen kan inmiddels 50 tot 60 procent van de leveringen volledig CO2-neutraal worden uitgevoerd. Om dat mogelijk te maken heeft het bedrijf uit Houten nog een extra maatregel moeten nemen: het openen van drie logistieke hubs in Bleiswijk, Rijen en Drachten. Dat is nog niet voldoende. Om alle leveringen in Nederland CO2-neutraal te kunnen uitvoeren, zijn minstens twee of drie extra hubs nodig.
Op weg naar een duurzame stadslogistiek
TSN Groen is lang niet de enige vervoerder die investeert in logistieke hubs. Voor duurzame stadslogistiek zal iedere specialist in distributie vroeg of laat extra logistieke hubs moeten openen. De reden is de beperkte actieradius van elektrische voertuigen. Natuurlijk, met de doorontwikkeling van elektrische voertuigen zal ook de actieradius stijgen. Maar de vraag is of deze doorontwikkeling snel genoeg gaat om vanuit het huidige distributienetwerk alle zero-emissiezones te bedienen. De dertig tot veertig grootste steden voeren dergelijke zones in vanaf 1 januari 2025. Dat is al over drie jaar.
Wat zijn logistieke hubs?
Een logistieke hub is niets anders dan een overslagcentrum, meestal gebouwd aan de rand van of in de buurt van grote steden. Een distributienetwerk telt vaak meerdere logistieke hubs. Het transport tussen de hubs vindt plaats met grote vrachtwagens waarin plek is voor tientallen of honderden zendingen. In de hubs worden de zendingen verdeeld over de voertuigen die de last mile richting de ontvangers voor hun rekening nemen.
Wat zijn de voordelen van logistieke hubs?
Dat zijn allereerst de lagere transportkosten. Laten we opnieuw TSN Groen als voorbeeld nemen. Zonder logistieke hubs zouden de relatief kleine bezorgauto’s vanuit de hoofdvestiging in Houten naar ontvangers in heel Nederland moeten rijden. Dat zou geresulteerd hebben in lange ritten met relatief weinig stops per rit.
Dan is het efficiënter om bijvoorbeeld de zendingen voor Noord-Nederland eerst naar een logistieke hub in Drachten te brengen en daar te verdelen over de bezorgauto’s. Vanuit Drachten zijn de ritten van distributieauto’s naar steden als Groningen en Leeuwarden immers een stuk korter.
Wat zijn de nadelen van logistieke hubs?
Een logistieke hub betekent extra handelingen. Denk aan het lossen van vrachtwagens met zendingen van elders, het verdelen van die zendingen over de ritten en het laden daarvan in de bezorgauto’s. Het openen van een extra logistieke hub is daarom alleen interessant als de kosten van alle extra handelingen opwegen tegen de besparing op transportkosten.
Wie wil overschakelen op duurzame stadsdistributie, moet behalve de kosten ook rekening houden met de beperkte actieradius van elektrische voertuigen. TSN Groen bijvoorbeeld kan alleen CO2-neutraal leveren op adressen die binnen een straal van 70 kilometer rondom een logistieke hub liggen. Veel steden met plannen voor zero-emissiezones liggen in dat gebied, maar lang niet allemaal. Dus zijn extra hubs nodig.
Meer weten over slimme software voor transportplanning?
Download onze product brochure of vraag uw demo aan
Wat is de optimale locatie van logistieke hubs?
Dat kan worden uitgerekend met een bestaande dataset en een ritplanningssysteem zoals PTV Route Optimiser ST. Zijn vier logistieke hubs voldoende of moeten dat er zeven of tien zijn? En moet de hub voor Noord-Nederland in Hoogeveen, Groningen of Drachten staan? En wat is de optimale verdeling als het aantal zendingen of de actieradius van de voertuigen twee keer zo groot wordt? Met geavanceerde transport software zoals PTV Route Optimiser laat het antwoord zich relatief gemakkelijk uitrekenen.
Een ritplanningssysteem is een systeem met algoritmes dat alle zendingen zo efficiënt mogelijk verdeeld over de beschikbare bezorgvoertuigen. Omdat planners verschillende voertuigprofielen kunnen aanmaken, maakt het systeem daarbij onderscheid tussen dieselvoertuigen en elektrische voertuigen. Hebben de elektrische voertuigen niet allemaal dezelfde actieradius? Dan kan de planner verschillende profielen voor elektrische voertuigen aanmaken. Bij het plannen zorgt het systeem vervolgens ervoor dat de lengte van de ritten niet langer is dan de actieradius van de ingeplande voertuigen.
Logistieke hubs delen in de toekomst?
Hoe duurzame stadsdistributie in de toekomst eruit ziet, is nog onduidelijk. Als de actieradius van elektrische voertuigen blijft toenemen, zal de afstand tussen logistieke hub en zero-emissiezone minder belangrijk worden. Dat is ook het geval als de laadinfrastructuur verbetert, de mogelijkheden voor snelladen toenemen of andere concepten zoals voertuigen met wisselbatterijen hun intreden doen. Met een ritplanningssysteem zijn vervoerders in staat om de impact van deze ontwikkelingen met een grote mate van nauwkeurigheid en betrouwbaarheid te voorspellen.
Met het oog op de zero-emissiezones die over drie jaar worden ingevoerd, lijkt het onvermijdelijk dat vervoerders op korte termijn hun distributienetwerk uitbreiden met extra logistieke hubs. Maar de vraag is of het noodzakelijk is dat vervoerders zelf nieuwe hubs openen of beter gebruik kunnen maken van bestaande hubs van andere vervoerders. Ook het antwoord op die vraag kan met de juiste tools goed worden uitgerekend.